Vogels Junior
Al sinds 2011 ben ik redacteur van het leukste jeugdtijdschrift van Nederland: Vogels Junior. Dit is een van de vele artikelen die ik ervoor schreef. Het verscheen in Vogels Junior 5, 2018. Een gratis proefnummer is aan te vragen via Vogelbescherming.nl .
Ruige poten uit het Hoge Noorden
Wie koude voeten heeft, trekt warme sokken aan. Ruigpoothoenders hebben altijd ‘sokken’ aan: een verenpakketje rondom hun poten. Daarmee kunnen ze prima uit de voeten in een dik pak sneeuw. En dansen kunnen ze als de beste, die hoenders uit de koude streken.
Auerhoen – indrukwekkend
Het auerhoen is de reus onder de ruigpoothoenders in Europa. Bijna vijf kilo kan hij wegen, oftewel: zo zwaar als vijf pakken melk. Zo groot en zwart –met een groenblauwe glans- maakt hij nogal indruk als je hem tegen het lijf loopt, ergens in een naaldbos in het Hoge Noorden. En als de mannen aan het einde van de winter beginnen te vechten om aandacht van de vrouwen, wil je daar niet tussen staan. De mannen kunnen elkaar zó hard slaan met de vleugels, dat er soms zelfs eentje doodgaat in het gevecht. Die mannen treffen elkaar op de baltsplaatsen. Daar probeert ieder mannetje zo mooi mogelijk te dansen. De staart in een grote waaier omhoog en ondertussen klinken klikkende en sissende geluiden. De vrouwtjes paren met één of meerdere mannetjes. Het oudste mannetje is het populairst bij de vrouwen. Na de paring zorgt het vrouwtje verder voor een nest, de eieren en de jongen.
Korhoen – holbewoner
Naast veren aan hun poten hebben korhoenders nog een andere slimmigheid tegen de kou. Als er een dik pak sneeuw ligt, graven ze een hol onder de grond. Een soort iglo. Ze leven vooral in open heidevelden met wat berken en naaldbomen, waar weinig beschutting is. Net als de meeste andere hoenders is een korhoen als volwassen vogel vooral vegetariër. Bessen en knoppen van planten en bomen staan op zijn menukaart. Bijzonder is dat hij ook dennennaalden eet, wat veel dieren niet kunnen. Dankzij een speciale galklier kan hij deze verteren.
In Nederland is dit hoentje helaas zeldzaam geworden. De laatste plek waar hij nog voorkomt is de Sallandse Heuvelrug, maar ook daar staat hij op uitsterven. In Scandinavië en gebergten in Centraal-Europa maak je meer kans. Het mannetje herken je aan zijn zwarte verenpak en rode wenkbrauwen. Bij het baltsen zet hij witte onderstaartdekveren in een wijde waaier omhoog. Net als auerhoenders baltsen de mannen bij elkaar.
Alpensneeuwhoen – meester in schutkleuren
Zoals zijn naam al doet vermoeden, houdt het Alpensneeuwhoen van bergen. De Alpen, maar ook de Pyreneeën en bergen in Scandinavië, Schotland en IJsland. En dan is hij het liefst hoog boven de boomgrens, waar het kaal, rotsachtig en winderig is. Als je zo hoog bent geklommen om eens een Alpensneeuwhoen te zien, dan is het wel goed opletten geblazen. Hij heeft een ontzettend goede schutkleur. Het mannetje verandert zelfs vier keer per jaar van verenpak, om zich aan het seizoen aan te passen. In de winter is hij sneeuwwit. In het voorjaar half wit, half grijsbruin met een mooi golvend patroon en dikke, rode wenkbrauwen. Daarmee kan hij vrouwtjes imponeren. Tijdens de zomer en nazomer komt er meer grijsbruin in het verenkleed, waardoor hij bijna niet opvalt tussen de grijze rotsen. Het komt dus vooral aan op geluid, wil je eentje ontdekken. Lage boerende of knorrende geluiden, die je het meest tijdens de balts hoort.
Hazelhoen – geheimzinnig
Het hazelhoen is een klein hoentje van nog geen halve kilo zwaar. Hij is een liefhebber van dichte bossen, waar hij zich goed kan verstoppen. Hij zit het liefst in gemengde bossen, van loofbomen en naaldbomen met kegels. Van het midden en het oosten van Europa tot aan Scandinavië en Siberië komt hij voor. Broedplekken die voor ons het dichtstbij zijn, liggen in Zuidoost-België en Luxemburg. Maar helaas gaat hij daar achteruit. Het hazelhoen is een beetje een buitenbeentje onder de ruigpoothoenders. Hij leeft een verborgen leven. Klein en bruin als hij is, kan hij zich goed verstoppen tussen de bomen. Het bijzondere is dat hij graag hoog in de boom zit te zingen, als een zangvogel. Op je oren afgaan dus, wil je hem ontdekken. Maar je moet wel sluipen, want zodra hij je in de gaten krijgt, vliegt hij er snel vandoor.