Op zoek naar Selja in Finland
Dit artikel schreef ik voor Vogelbescherming Nederland,
gepubliceerd op vogelbescherming.nl 8 augustus 2019
Op zoek naar steppekiekendief Selja in Finland
In 2019 was het opnieuw raak: succesvol broedende steppekiekendieven in Groningse akkers. De tweede keer ooit. Ook uit Spanje verrassend nieuws van een eerste broedpaar ooit. In Finland broeden ze jaarlijks sinds 2011. De Finse onderzoeker Ari-Pekka Auvinen volgt de broedgevallen in zijn land met zenders.
>> lees ook over zenderonderzoek en Finse steppekieken in het boek Dwaalgast in het graan NU BESTELLEN
Al een paar keer vloog ze tijdens de trek door Nederland: steppekiekendief Selja. Haar broedgebied ligt in Finland, waar ze vorig jaar een minuscule zender op haar rug kreeg van de Finse onderzoeker Ari-Pekka Auvinen. Het lijkt erop dat trekroutes van steppekiekendieven steeds westelijker komen te liggen, waardoor ze meer en meer gezien worden over de hele linie van Scandinavië tot aan Spanje. Met het aanbrengen van zendertjes hopen de Finnen hier meer over te weten te komen. Ook komt er meer inzicht in de keuze van overwinterings- en broedgebieden. In Nederland hebben de steppekieken gekozen voor akkers, maar hoe ziet Selja’s broedgebied eruit?
Muggen, muggen, muggen… een bezoek aan Finland bevestigt alle vooroordelen. Ondanks de muggenspray zoemt het zwarte volkje wellustig rond je lichaam als je op zoek bent naar een steppekiekendiefnest. Of ieder ander nest.
Hoewel het vorig jaar een mugloze, hete zomer schijnt te zijn geweest, met soms dagen van 30 graden. “In Finland! It must be the climate change,” zegt Ari-Pekka. De winters worden steeds korter ook. Eerder begonnen ze in november, nu pas in januari.
Ari-Pekka Auvinen uit Oulu is de steppekiekendiefman van Finland. Voor het Fins Natuurhistorisch Museum Luomus, onderdeel van de Universiteit van Helsinki, volgt hij de broedgevallen van steppekiekendieven in Finland. Hij voorzag vier vrouwtjes van een GPS-logger. Daarnaast werkt hij bij de grootste Finse natuurbeschermingsorganisatie die zich richt op het aankopen en beschermen van waardevolle habitats (The Finnish Natural Heritage Foundation) en bij de Finnish Environment Institute.
Broeden in Finland
Onderweg naar de broedplek van Selja vertelt hij hoe het ging met zijn eerste steppekieknest in 2012. Steppekieken werden de laatste jaren meer en meer gezien, net als in Nederland, en de eerste broedgevallen waren vastgesteld in 2003, 2005 en 2011. Maar niemand had er systematisch naar gezocht. En toen kreeg Ari-Pekka in 2012 een telefoontje van een jonge ecoloog. Deze moest een gebied inventariseren waar een windmolenpark was gepland. Plotseling zag hij vlák boven zijn hoofd een prooi-overgave in de lucht: een mannetje steppekiekendief liet een muis vallen en een vrouwtje ving hem op. De ecoloog dacht: dat moet een broedpaar zijn.
Ari-Pekka ging snel kijken. Met zijn zoontje op de schouders – die in slaap was gevallen in de auto en ‘grumpy’ wakker werd – liep hij een uur lang te zoeken naar het nest. Door een berkenbosje, over een kapvlakte, door veen en hei. Muggen overal en een zoontje dat naar huis wilde. Net toen hij wilde stoppen, ontdekte Ari-Pekka het nest: vier jongen op niet meer dan een dun strooien bedje.
Zenderonderzoek
Het zoeken naar nesten valt in Finland met een omgeving van bos, hei en veen niet mee. Slecht begaanbaar, geen overzicht en het gaat om een paar miljoen hectare. In Finland ontbreekt het ook aan de vrijwilligers die Nederland wel rijk is. Toch lukt het om jaarlijks enkele nesten te ontdekken, sinds 2015 mede dankzij enkele zenders. In Finland was er eigenlijk geen geld voor, maar gelukkig bood de Spaanse onderzoekster Beatriz Arroyo de eerste GPS-logger aan, die ze over had van een kiekendiefproject elders in de wereld.
Op dit moment vliegen er twee steppekiekendieven met een zender rond, waarvan Selja er een is. Zij kreeg vorig jaar op 1 juli het mini-rugzakje opgebonden, met twee teflon-riempjes onder de vleugels en over de borst. Ze is genoemd naar het bosgebied waar ze broedde, Seljankangas in Siikajoki. Aan de hand van de loggercoördinaten weten we dat ze dit jaar 170 kilometer noordelijkwestelijker broedt, op de grens met Zweden, ter hoogte van Haparanda. “Nog net in Finland, ze koos de goede kant,” zegt Ari-Pekka met een lach. Waarna hij er snel aan toevoegt dat hij erg van Zweden houdt, omdat ze altijd voorop lopen als het om milieuzaken gaat en gezond voedsel.
Daar vliegt ze!
Vanaf de auto lopen we door een berken-dennenbos – productiehout – en na een kwartier verschijnt aan de linkerkant een kapvlakte. Hier en daar roze plukken bloeiend wilgenroosje. “Hier is het mannetje jagend gezien.” Pestvogels klinken uit de bomen en een groepje kruisbekken vliegt over. Met een boog lopen we om de vlakte heen, naar de bosrand. We volgen het brede spoor dat de grote machines maakten en dan in de bocht: daar vliegt ze! Meteen te herkennen aan het zendertje op haar rug. Ze ziet ons en roept.
Het nest stelt weinig voor en de plek lijkt achteloos gekozen. Een open plek tussen wat berkjes, met takkenresten van de kapwerkzaamheden. Het is er heet in de volle zon en de muggen dansen gekmakend om ons heen. Een plek als zoveel in dit deel van Finland. Voldoende zangvogels en muizen in de buurt om op te jagen. Slechts 1 jong hebben ze, en een niet-uitgekomen ei. “Er zijn er 3 verdwenen, meegenomen door een raaf ofzo.”
Terwijl Ari-Pekka vakkundig het jong ringt en weegt, komt ook het prachtige mannetje kijken. Samen cirkelen ze zwijgzaam boven ons hoofd. “Selja was vorig jaar nog heel agressief en luidruchtig. Ik denk dat ze ondertussen weet dat het goed zit.”
Wat de zenders tot nu toe aan informatie hebben opgeleverd is al waardevol. Zo kan voorzichtig worden geconcludeerd dat ze inderdaad een westelijke trekroute volgen naar Afrika, dat individuele vogels hun eigen route volgen en dat de Finse gezenderde vogels redelijk plaatstrouw zijn.
Ari-Pekka hoopt nog meer steppekiekendieven van een zender te kunnen voorzien de komende jaren. Om daadwerkelijk meer inzicht te krijgen in het trek- en broedgedrag van steppekiekendieven is het nodig om meer vogels – zowel man als vrouw – meerdere jaren te kunnen volgen. Pas dan blijken eventuele patronen.
Lees meer hierover in het nieuwe boek Dwaalgast in het graan
NU BESTELLEN